Column Rob van Nes

Aan een even vriendelijk als dringend verzoek vanuit het bestuur om via dit medium kond te doen van het wel en wee rond Heren 1 is het slecht weerstand bieden. Maar als ik dan toch de digitale pen pak, dan maar meteen in een wat breder perspectief. Wat is een Heren 1 immers als het niet onderdeel is van een bloeiende club….

Uiteraard was ik vorige week op de Algemene Leden Vergadering. Een club dat ben je immers zelf en dan wil je ook weten hoe het ermee gaat. Na een jaar waarin zorgen over de financiële situatie een beetje de stemming beheerste was het prettig te vernemen dat het weer een stukje beter gaat. Het bestuur straalt enthousiasme en ambitie uit, en dat zie je als lid natuurlijk graag. Geweldig te zien dat er veel nieuwe goede initiatieven zijn. Wel jammer dat het werk dat daarmee is gemoeid weer op dezelfde schouders rust. Als er wat meer mensen een helpende hand bieden dan is het voor iedereen maar een paar uurtjes per week.

We zijn een sportvereniging, dus het sportieve wel en wee doet er evenzeer toe. In het oog daarbij valt MB1. Op het moment van schrijven zijn de Noordwijkse meiden het sterkste B-team van Nederland. Boven de talenten van clubs als Amsterdam en Den Bosch. Daar wordt je toch wel heel erg trots van. Bij mijn weten heeft nog nooit een Noordwijks team op zo’n niveau geacteerd. Geweldig toch! Het gaat sowieso lekker met de Noordwijkse vrouwen. Dames 1, jong dames 1 en de veterinnen, allemaal fier op kop in hun competitie.

Met zoveel inspirerende voorbeelden kan Heren 1 niet achterblijven. Toen Simone, Esra en ik deze zomer de uitnodiging van de ploeg om hun begeleidingsteam te vormen accepteerden was onze voorwaarde dat we om het kampioenschap zouden spelen. ‘Of we nog wisten dat het team vorig jaar net niet was gedegradeerd?’ Ja dat wisten we…. Als je zegt dat je kampioen wilt worden dan wil dat niet zeggen dat je het ook wordt, maar als je het niet zegt dan wordt je het zeker niet. We begonnen wat gelukkig. De eerste uitwedstrijd werd door een doelpunt in de laatste minuut in ons voordeel beslist. Dat was een fijne meevaller, goed voor de moraal. Daarna volgen er afwisselend meer (5) overwinningen en (3) nederlagen. Ondanks het verlies afgelopen zondag in Haarlem staan we op de 2e plaats. Een plek waarvoor naar het zich laat aanzien een aantal teams zal strijden. Koploper Westerpark heeft zich aardig los gespeeld, maar met 18 punten zijn we al bijna op het eindtotaal van vorig jaar. Onze eerste doelstelling, het beperken van het aantal tegendoelpunten, lukt heel aardig. Vanuit het 3-2-3-2 systeem hebben we het verdedigend redelijk dicht. We hebben zelfs 4 tegendoelpunten minder tegen dan de koploper. Aanvallend moeten er nog stappen worden gemaakt. Aan talent voorin geen gebrek, maar het rendement is nog niet tevredenstellend.

Ben je tevreden?, vroeg iemand mij laatst. Nou nee, we staan nog geen eerste, we scoren te weinig en bij vlagen is het spel niet goed genoeg. Er is zeker nog werk aan de winkel. Maar content ben ik wel. Verdedigend staat het goed, we krijgen weinig kaarten (ook een belangrijk aandachtspunt), heel regelmatig laten we zien hoe goed we kunnen hockeyen en we staan op een plek waarop in de clubhistorie slechts een hoogst enkele keer, lang geleden, is geacteerd. Maar most of all, het is een goed stel gasten. Natuurlijk kleurt er af en toe wel eens iemand buiten de lijntjes maar de sfeer en de energie is goed. Blij dat ik er weer ben ingestapt.

Natuurlijk willen jullie dat ook met eigen ogen zien. Dat kan! Komende zondag spelen we uit, maar voor de winterstop nog twee keer in eigen theater. Zondag de 24e tegen het Hilversumse Spandersbosch, een concurrent voor de 2e plaats, en op vrijdag 29 november een wedstrijd in de 4e ronde van de Silver Cup. Een echte bekerkraker. Verliezen betekent uitschakeling. Maar dat waren we nou net niet van plan. Overwinteren, zoals dat in het voetballen genoemd wordt, is het doel. Hoe dan ook is er na beide wedstrijden een gezellige borrel. Zie je dan graag langs de lijn en in het clubhuis.

Columns Rob van Nes Overzicht