Column Paul Balk

Scheidsrechters, het zijn net mensen

“Als een team wint komt het door de spelers, als het verliest door de coach…” Ammehoela! Deze gevleugelde uitspraak gaat natuurlijk, ook met een stevige Noordzeewind, niet op. Als ik teams winnend het veld af zie stappen zie ik coaches, als ware hockeyvorsten, daar veelal achteraan schrijden onderwijl de felicitaties van hun hockeyvolk in ontvangst nemend. En als teams verliezen dan ligt het, volgens spelers, coach en ouders, meestal… aan de scheids!

 

 

In bijna elke sport zijn deze scheidsrechters de spreekwoordelijke Kop van Jut, maar nog vaker worden slechts de eerste en de laatste twee letters van deze uitdrukking uitgesproken. Wekelijks krijgen ze commentaar of erger naar hun hoofd geslingerd en in het sporadische geval dat beide partijen tevreden over de scheidrechters zijn komt dat ironisch genoeg omdat ze niet opvielen en dus terstond zijn vergeten. Kortom, als je het mij vraagt, is het de meest ondankbare taak die je op je kan nemen. Bovendien doen veel scheidsrechters dit vrijwillig… dan moet je toch welhaast een masochistische persoonlijkheid hebben?

Het begint al bij de weinig flatteuze benaming: scheidsrechter. Flatulentieuze benaming was beter geweest. Daarom wordt er bij de jongste jeugd vaak over spelbegeleiders gesproken. Dit voelt alsof je als Chantal Janzen, Philip Freriks of nóg erger Frank Masmeijer met een geleend fluitje in je mond langs de kant moet gaan rennen. Arbiter… dat klinkt als een arbeider die in het Duits wordt gevraagd of hij alsjeblieft voor rechter wil spelen. Zouden benamingen als Grensgoeroe of Hockeymaster niet meer eer doen aan hun oprechtheid, kennis en ervaring?

Daarover gesproken, de technologische ontwikkeling staat ook in het Fluiteniersgilde niet stil. Daar waar ik dacht dat zij tijdens de wedstrijd naar een rustgevende compositie van Bach luisteren om het geschreeuw van spelers, coaches én ouders te overstemmen, blijkt dat de “oortjes” een volledig andere functie hebben! Een hedendaagse scheids communiceert continu met zijn collega-scherprechter om zo kennis en ervaring uit te wisselen en tot nog eerlijkere beslissingen te komen. Dus voor elke speler, coach en ouder: de scheidsrechter (lees scheidsrechters) heeft altijd meer ogen én meer gezichtspunten dan jij!

Deze “wetenschap” zou rationeel gezien voldoende moeten zijn om eenieder de mond te snoeren maar monden worden gevoed door emotie… Veel scheidsrechters kunnen die emotie 70 minuten uitzetten maar begrijpelijkerwijs wordt het ook hen soms te veel. En bovendien, ondanks hun bedreven- en alwetendheid kunnen ook zij fouten maken. Vergeef het hen. Een vriendelijk “bedankt voor het fluiten!” doet hen net zoveel als het “gefeliciteerd coach!” na de wedstrijd. Het zijn immers net mensen…

 

Paul Balk

PS om de scheidsrechters direct tot hulp te zijn en de meest voorkomende ouderlijke verontwaardiging te beteugelen, hierbij een belangrijke spelregel die elke toeschouwer zou moeten kennen: “als bij een strafcorner het eerste schot op doel een slag is (in tegenstelling tot een push, flick of scoop), moet de bal de doellijn passeren op een hoogte van niet meer dan 460 mm (hoogte van de achterplank), om een geldig doelpunt te zijn”.

Clubnieuws Overzicht