Spelregels uitleg voor de Keeper
Geregeld zien we bij jeugdteams, waar het team niet over een vaste keeper beschikt, dat de speler/speelster die aan de beurt is om het doel te verdedigen niet precies weet welke rechten de keeper heeft binnen de cirkel. Voor keepers gelden een aantal andere regels dan voor spelers. De keeper is echt de baas in de cirkel bij hockey.
Vanaf de O9 gaan de teams met een (roulerende) keeper spelen. Als keeper mag je:
- de bal met je stick, kleding, uitrusting of met elk deel van je lichaam wegspelen, van richting veranderen of stoppen (als je het niet gevaarlijk doet);
- de bal uitsluitend met je stick spelen als de bal buiten de cirkel is.
Als keeper mag je niet:
- buiten het 23-metergebied komen;
- op de bal liggen;
- de bal expres over de achterlijn spelen, (dit is een strafcorner);
- een andere speler hinderen;
- tussen de aanvaller en de bal gaan lopen wanneer de aanvaller binnen speelafstand is. Immers, dit is afhouden.
Keepersuitrusting
NHC geeft de keeper een uitrusting in bruikleen, de materiaal commissie regelt de volgende keepersmaterialen:
- Legguards – Voor het beschermen van je benen
- Klompen (kickers) – Voor het beschermen van je voeten
- Bodyprotector/armour – Bescherming van je romp
- Handschoenen – Ter bescherming van je handen
- Keeperhelm – Voor het beschermen van je hoofd
- Keeperstas – Voor het opbergen van je keepersoutfit – de keeperstas op de club in een kluis opbergen.
- Cornermaskers – Voor spelers tijdens de strafcorner (vanaf de O12)
- Keepersbroek (vanaf de O10)
Strafbal
Een strafbal, ook wel strafpush, wordt toegekend bij een overtreding waarbij een doelpunt voorkomen wordt, bij een zware of opzettelijke overtreding van een verdediger in de cirkel en als er drie keer te vroeg is uitgelopen bij een strafcorner door de verdedigende partij. De scheidsrechter geeft een strafbal aan door met één arm naar de strafbalstip te wijzen en zijn andere arm recht omhoog te steken.