De hiërarchie van de as...

Om wedstrijden te winnen heb je betere spelers nodig dan de tegenpartij. Maar als dat nu in balans is, hoe win je de wedstrijd dan? En kun je met iets mindere spelers toch ook winnen? De sleutel zit in de opstelling! Lees meer hierover in deze column van Rob van Nes (oud NHC trainer en coach).

In ieder team, zelfs in het Nederlands elftal, zijn er chiefs en Indians. Er zijn altijd spelers die nog net wat beter zijn dan anderen. Omdat ze meer ervaring hebben, of meer techniek, of nog meer talent dan de anderen. Het is een natuurlijk teamproces dat de Indians hun taak zo goed mogelijk uitvoeren en dan de bal proberen te krijgen bij een Chief, die er dan iets bijzonders mee kan doen.

Het is dus cruciaal dat die Chiefs de juiste positie in het team krijgen toebedeeld. En wat zien we dan gebeuren….. de meeste coaches zetten hun beste spelers in de as. Laatste man, midden-midden, spits. Vervolgens gaan ze lopen gillen het spel breed te houden. Met andere woorden om hun Chiefs heen te spelen, geheel tegen de natuur van de Indians in.

Teun de Nooijer is waarschijnlijk de beste hockeyer die wij ooit hebben gehad. Super Chief. Bijna zijn hele loopbaan lang linkshalf die, om de boel te ontregelen, hooguit eens overstak naar rechtshalf of rechtsvoor, maar nooit in de as.

Wie dan wel op midden-midden? Degene die bereid is om in dienst van het team te spelen. Een sobere speler die het spel leest, gaten dichtloopt en vooral geen balverlies lijdt. Het type Jeroen Delmee. Technisch niet de beste, niet echt een Chief, maar o zo nuttig voor het team.

Wil je dat het spel breed gehouden wordt, zet dan dus je Chiefs op de zijkanten. Dat geldt zeker ook in de spits. De Chiefs zijn in staat een actie te maken en de cirkel in te komen. Dan moeten ze er vooral niet al zijn.

Mocht je als coach de logica van bovenstaande redenering kunnen volgen en je Chiefs op de zijkanten zetten, dan wacht je het volgende probleem. De Chiefs voelen zich ‘teruggezet’. Aan hun autoriteit wordt geknaagd. Boos dus. Klagen bij hun ouders over die suffe coach die er niets van snapt. Ouders aan de telefoon of meer subtiel, een beetje hard pratend langs de zijlijn zodat jij het precies kunt verstaan hoe jouw hockeyinzicht wordt geïnterpreteerd. Probeer het je speler onder vier ogen uit te leggen en laat de betreffende ouder maar in de categorie aanmoedigers.

Wedstrijden winnen is echt niet zo heel moeilijk.

Rob van Nes heeft sinds 1984 diverse teams van Noordwijk gecoached en getraind, waaronder ruim 10 seizoenen Heren 1 en Dames 1. Momenteel werkt hij samen met Floris Jan Bovelander en een aantal (huidige en oud) internationals uit Nederland en India aan een hockeyontwikkelprogramma voor kinderen in India, One Million Hockey Legs (www.onemillionhockeylegs.com).

Columns Rob van Nes Overzicht